Amersfoort :
De poort werd in 1434 voor het eerst vermeld en is waarschijnlijk rond 1400 gebouwd als onderdeel van een nieuwe vestingmuur die tussen 1380 en 1450 werd gebouwd omdat de stad aan de kant van de Gelderse Vallei open lag voor aanvallen van de Geldersen. Van deze muur bleef nog een stuk bewaard aan de noordzijde, langs de St.-Annastraat tussen Coninckstraat en Pothstraat, met enige muurtorens. Achter de muur ligt een aarden wal, die daar in de tweede helft van de zestiende eeuw ter versterking is aangebracht. Van deze vestinggordel bleven de Koppelpoort en de waterpoort Monnikendam bewaard, op dit punt stromen de Lunterse en de Barneveldse beek gezamenlijk de stad in.
Monnekendampoort :
De twee torens aan weerszijden van het water waren vermoedelijk oorspronkelijk verbonden door een houten brug. Omstreeks 1565 werd deze vervangen door een stenen brug, toen een zandlichaam aan de binnenzijde van de stadsmuur werd gelegd in verband met steeds grotere vuurkracht van de vuurwapens. Er moet, net als de Koppelpoort, een houten valschot gehad hebben waarmee de onderdoorgang in tijden van gevaar afgesloten kon worden. Anders dan bij de Koppelpoort is dit schot helaas verloren gegaan.