Dordrecht :
Deze poort schijnt niet te hebben behoort tot de verdedigingsgordel, die werd aangelegd nadat Floris V in 1271 vergunning gaf een gracht te maken. Alles wijst erop dat deze poort aan de rivier eerst omstreeks 1400 is opgetrokken en niet is bedoeld om een zwaar beleg te weerstaan, want de muren waren maar twee stenen dik. De poortdoorgang werd geflankeerd door een ruimte aan weerszijden. In beide lokalen was een stookplaats. Boven de gehele straatverdieping liep een bovenruimte door. Aan de rivierzijde zijn dichtgemetselde kruisvensters van het vroege (Doornikse) type aangetroffen, wat aannemelijk maakt dat we hier inderdaad niet met een zwaar verdedigingswerk te maken hebben. De balklaag boven deze ruimte bezat peerkraalprofielen aan de sleutelstukken. Door de eeuwen heen is de poort sterk verzakt en hij is dus regelmatig gerepareerd.
Groothoofdspoort :
Nadat in 1607 de naburige Puttoxtoren instortte, kreeg de Groothoofdspoort een toren. In 1618 werd de poort geheel omkanteld in renaissancevormen. Bij een ingrijpende restauratie in 1692 kwam een plat met balustrade en een koepeltoren. De beide schoorstenen werden gesloopt en de balklaag boven de ‘gijzelkamer’ werd recht gelegd. Twee binnenmuren boven de poort werden vernieuwd. Bij de laatste ingrijpende restauratie moesten, wegens de slechte toestand, meerdere middeleeuwse delen worden verwijderd, zodat er van de poort thans nog bijna alleen het zeventiende-eeuwse uiterlijk aanwezig is. In 1971 werd bij de Gravenstraat de fundering van een rechthoekige muurtoren opgegraven.