Maastricht.
Symon Mertenspoort of Koolpoort is een Maaspoort in het oudste deel van Maastricht. De poort staat aan de Maaskade Stenenwal op de plaats waar de straat Waterpoort op de Maas uitkomt hij is gebouwd in de 13e eeuw, de poort heette oorspronkelijk de Symon Mertenspoort maar wordt tegenwoordig Waterpoortje (Wyck) genoemd. Via een kleine poortdoorgang was een loskade langs de Maas bereikbaar waar belasting over de goederen op de boten werd geheven. Omstreeks het midden van de 17e eeuw was de poort dichtgemetseld. Uit het bestekboek nr. 192 van het Maastrichtse Stadsarchief blijkt, dat het Waterpoortje in 1714 werd afgebroken, omdat het te smal was voor het verkeer met de gierpont tijdens het herstel van de Maasbrug, de huidige Sint Servaasbrug. Het werd weer opgebouwd met hetzelfde materiaal, maar nu met een wijdte van 12½ voet in plaats van 7¾. Tot omstreeks 1750 had het Waterpoortje twee torens. In 1782 werd het opnieuw verbouwd. De inkomsten voor de stad van de Symon Mertenspoort waren bijzonder hoog. Zij omvatten zo goed als twee derde van de totale inkomsten aan poortgeld.
Symon Mertenspoort (Wijck).
Het handelsverkeer te Wijk is des te opvallender, omdat de Kolenpoort, de latere O.L. Vrouwepoort, of een andere Maaspoort op de westelijke oever, waar toch ook een aanlegplaats was, zelfs niet genoemd worden onder de poorten, waaruit men inkomsten verkreeg. Vanaf de 18e eeuw staat de poort voornamelijk bekend onder de huidige naam. Rond 1850 werden hier nog altijd schepen gelost en geladen. In de 19e eeuw bouwde men een woning op de poort. Het Waterpoortje of liever wat er op dat moment nog van over was, zou in 1890 plaats gesloopt worden om meer ruimte te maken zodat een ter plekke wonende directeur van de Société Céramique de draai met zijn koets beter kon maken maar zeven jaar later moest op last van het Ministerie van Binnenlandse, worden herbouwd. Recent kan men door de waterpoort weer via een trap zoals vroeger naar de ‘loskade’ langs de Maas naar de Maasoever lopen, in de vernieuwde kademuur zijn aanhechtingspunten gemaakt om een metalen wal te kunnen opbouwen als de Maas buiten haar oevers dreigt te treden.