Breda :
In 1530 liet Hendrik III van Nassau Breda omgeven door nieuwe vestingwerken. Hiervan resten nu nog de zuidelijke torens, de Duiventoren en de Granaattoren. Deze twee torens, gebouwd in Italiaanse stijl maakten later deel uit van de versterking van het kasteel en flankeren de ingang van een van de grachten van het kasteel. Ze werden rond 1509 gebouwd door graaf Hendrik III van Nassau. De torens hebben stergewelven met een ringvormige opening in het midden om de kruitdampen via een gat in het dak af te voeren en zijn ontworpen als geschutsplaatsen. De gewelven van de onderste constructie zijn versterkt door middel van ribben van kalkzandsteen afkomstig uit dezelfde Belgische groeve die ook voor de Grote Kerk is gebruikt. De functie van waterpoort in de zuidwestelijke vestingmuur is pas in 1610 gerealiseerd, toen daar een opening werd gebouwd. Op 20 mei van dat jaar vond de aanbesteding plaats,
Spanjaardsgat :
Van deze ‘stenen overwulffde brugge, ende een optreckende schotdeure daerinne, om met deselve schotdeure versch water uit casteel van Breda te brengen, oock door deselve ter ebbe met den molen binnen het selve casteel te connen maelen ende oock sal men tot allen uyren met schepen door dese brugge connen in ’t casteel brengen alle de behoeften ende provisien’. De poort wordt ten onrechte het Spanjaardsgat genoemd, De naam symboliseert het gat dat de Spanjaarden in hun verdediging lieten vallen in 1590. echter ten tijde van de verovering van Breda met behulp van het beroemde turfschip, in 1590, was er tussen de torens nog geen doorgang aanwezig. Het turfschip van Adriaan van Bergen kan dus nooit door deze poort zijn gevaren, uit tekeningen en gravures blijkt dat het turfschip aan de noordelijke zijde de slotgracht was binnengevaren, Van Bergen is met zijn turfschip gevaren naar de waterpoort van het Kasteel van Breda aan de huidige Academiesingel via een gracht die tegenwoordig is gedempt.